Ontmoet Historisch IJsselstein - 12. Rampjaar 1911: de grote kerkbrand

Samenstelling, beeld en tekst: Jasper van Muijden, Marian Wessels, Marcel Berkien en Bart Rietveld

Op 10 augustus 1911 ontstond er brand in de toren van de oude Nicolaaskerk met als gevolg dat er de volgende dag van de kerk niets meer dan de muren en een zwaar beschadigde toren stond. De brand begon in het magazijn van de naastgelegen fabriek van Schilte. Een deel van het magazijn was verhuurd aan een sigarenfabrikant. Overspringende vonken van de uitslaande brand zorgden voor brand in het gortdroge houtwerk van de kerktoren. De gealarmeerde brandwacht slaagde er aanvankelijk in om met emmers water de brand te blussen. Dat moest via de smalle stenen wenteltrap. Desondanks vloog de toren opnieuw in brand en was er al snel geen houden aan. De kerk ging voor een belangrijk deel verloren. Alleen de kroonluchters, de lezenaars en het kerkelijk archief konden gered worden. Van het oude prachtige interieur, waaronder de preekstoel uit 1622 en het beroemde Bätz orgel uit 1749, bleef niets over. 

De brand was zo groot dat deze tot voorbij Utrecht was waar te nemen. Het ontredderde IJsselstein moest het voorlopig doen met zijn onttakeld symbool van stadzijn waarover een krantenverslaggever opmerkte:'... het was een treurige aanblik, een ruïne, voor enkele uren nog een trotsch gebouw, dat in het vaderland den vreemdeling werd aangewezen om er bijzondere attentie aan te schenken'. De brand en de gevolgen daarvan kreeg aandacht in de landelijke pers. Bakker van Schaik gebruikte de brand als reclamemateriaal. Hij gaf plaatjes uit van de kerk vóór en ná de brand, die men bij hem kon bestellen. Eind 1916 werd de gerestaureerde kerk opgeleverd en kon er weer 'gekerkt' warden. Voor de hervormde eredienst was voor de periode een houten noodgebouw geplaatst voor de kasteeltoren. De restauratie van het gebouw is architectonisch goed geslaagd evenals die van de toren. De renaissance kenmerken waren goed bewaard gebleven, zij het dat de weggebrande spits een heel nieuwe vorm kreeg. De 'oude' spits was namelijk al niet meer oorspronkelijk en men koos ervoor om een 'eigentijdse' spits te laten ontwerpen. Tussen 1925 en 1928 is de huidige spits geplaatst naar ontwerp van Michel de Klerk, architect uit de Amsterdamse School. Nu krijgt de toren steeds meer bekendheid als eerste en oudste renaissance bouwwerk boven de Alpen. In 2032 is het 500 jaar geleden dat met de bouw van de toren werd begonnen.

Het verhaal wordt verteld in 25 plaatjes.

Aankondiging van de 12 'dessins' van bakker van Schaik in 1911.
Kerk voor de brand.
Beschuitfabriek 'De IJssel'.
Bakker van Schaik bij de uitgebrande kerk.
De toren voor de brand.
Het praalgraf van de heren van IJsselstein.
De kerk van binnen voor de brand.
Graftombe Aleida van Culemborg.
De kerk na de brand.
De kerk van binnen na de brand.
Fabriek waar de brand ontstond.
De toren na de brand.
Kooromgang vóór de grote kerkbrand.
Kerkinterieur met Bätzorgel vóór de grote kerkbrand.
Kerkinterieur vóór de grote kerkbrand. 01234 5 6 7 891011 1213141516 17
Kooromgang met grafmonument van Aleida van Culemborg na de brand.
Zuidelijk dwarsschip na de brand.
Grafmonument van de familie van Amstel na de brand.
Bovenaanzicht van de onttakelde kerk.
Middenschip na de brand.
De kerktoren heeft er meer dan 10 jaar zo uitgezien.
Gezicht op het koor vanuit het schip ná de restauratie. Let op de gaslampen.
Gezicht op het schip en orgel vanaf de kansel ná de restauratie.
De kerktoren met nieuw elan in 1928.